BKS 19 (14/14) – INTERPOL (ZONDAG / 21u45-23u00 / TWO)

Met uitzondering van het legendarische Radiohead-optreden in 2017, heeft BKS de laatste jaren de neiging om zijn minst interessante headliner op zondag te posteren. Het faciliteert op die manier wellicht een gespreide uittocht van haar bezoekers, en ook dit jaar zal het festival voor velen muzikaal worden afgesloten in TWO. 2016 (Wilco) en 2018 (Mogwai) bewezen reeds dat dit in grootse stijl kan gebeuren, dit jaar leggen we die taak graag in handen van Interpol.

De band vormde zich in 1997 in New York, en kreeg na enkele jaren vaste vorm met een klassieke rock line-up: Paul Banks (vocals), Daniel Kessler (gitaar), Carlos Dengler (bass) en Sam Fogarino (drums). Als zodanig debuteerden ze maar meteen met het weergaloze debuutalbum Turn on the Bright Lights (2002), een plaat vol uitmuntend gitaarwerk en de typische stem van Banks. Mede vanwege de vocale gelijkenissen met Ian Curtis, ontlokte het album een volwaardige post-punk revival, met helaas ook minder prijzenswaardige uitwassen zoals Editors. Bright Lights is dan ook nog altijd in alle opzichten een bepalend album voor de jaren ’00, met nummers als ‘NYC’ die op dat moment ongeëvenaard waren. En als we echt eerlijk zijn, kwam ook Interpol zelf hierna nooit meer helemaal op dit niveau.

Het dichtst kwamen ze op opvolger Antics uit 2004, dat evengoed een dubbelalbum had kunnen vormen met zijn voorganger. Een aantal nummers klonken wellicht zelfs beter, maar kampten uiteraard met de handicap van de herhaling. Veel druk lag er dus op het allesbepalende derde album: zou er terug meer van hetzelfde komen of zou de band een nieuwe richting inslaan? Dit laatste was zeker het geval: het kleine indie label Matador werd ingeruild voor het grootse Capitol, de producers van Muse’s bombastische stadionplaten werden in huis gehaald en er werden keyboards aangekocht. De sterke nummers bleven echter simpelweg achterwege, en het geluid verzoop volledig in overdaad. Dit rampzalige recept werd nog eens herhaald op de vierde plaat, waarna Dengler de band verliet. Zou het ooit nog goed komen met Interpol? Het feit dat ze het voorprogramma in de 360-tour van U2 besloten in te vullen, beloofde wat dat betreft niet veel goeds…

Een pauze van twee jaar en een terugkeer naar Matador bracht de band langzaam weer op het rechte pad, namelijk het oude, met een voorzichtige terugkeer naar de roots op El Pintor uit 2014. Vier jaar later, in de zomer van 2018, volgde de échte comeback van de band, met de sterke plaat Marauder. Nogmaals, ook nu vernieuwt Interpol zijn sound niet, het heeft duidelijk geen zin om zichzelf opnieuw uit te vinden (is er door Interpol wel iets nieuws uit te vinden?), maar het benadert wel terug zijn oude niveau van vijftien jaar geleden, steunend op zijn sterke punten: de stem van Banks en het simpele maar oh zo effectieve gitaarwerk van Kessler.

Op Bright Lights na zet je van Interpol thuis geen platen op om muzikaal verrast te worden, maar live maken ze vaak wel erg veel indruk met een eerbiedwaardige gedrevenheid. Met zowel een absoluut klassiek album als een sterke laatste plaat op zak, heeft Interpol dan ook voldoende wapens ter beschikking om BKS op een fantastische manier af te sluiten.
Tot volgend jaar.