’12 | ’13 | ’14 | ’15 | ’16 | ’17 | ’18 | ’19 |
28 | 23 | 5 | 7 | 9 | 11 | 20 | 22 |
De burgemeester raasde maar door in deze dagen, en trok voor het naar zichzelf genoemde (maar toch ook weer niet) dubbelalbum naar het conservatieve Nashville, met o.a. Robbie Robertson en Al Kooper in zijn zog. Op het resultaat geeft Bob je alles, behalve rust. Je wordt van de ene kant van de kamer naar de andere geslingerd, overal klinkt altijd wel een instrument, en ondertussen moet je nog de sleutel vinden om dit allemaal te decrypteren. Wie hem denkt gevonden te hebben, ontdekt nihilisme, chaos, humor, claustrofobie, uitgebrande en beëindigde relaties, en een vette knipoog naar John Lennon (of was het toch een waarschuwing?). Ondertussen strooit Dylan met stokoude bluesdeuntjes, waarop zijn nog altijd prominent aanwezige mondharmonica wordt uitgedaagd door de scheurende gitaar van Robertson.
In al de jaren die volgden, heeft de burgemeester amper ooit nog iets gezegd (wat enigmatische nonsens hier en daar uitgezonderd) over de teksten op Blonde on Blonde, en bijgevolg is er tot op de dag vandaag nog steeds een leger journalisten actief, al dan niet in samenwerking met enkele Dylan-genootschappen, om de échte betekenis van ‘Visions of Johanna’ te achterhalen. Als dat geen geruststellende gedachte is om richting eindejaar te gaan.