BEST OF ALBUM 50: 20-16

Blinkende, gouden muren in dit deel van de Schatkamer, met door de jaren heen maar liefst 14 top-10 noteringen voor de volgende vijf albums. Zoals 436 bandjes voor ons, beginnen we eraan in 1967, opnieuw. Waar het in San Francisco vooral draaide om bloemen, kleuren, en liefde, had veel muziek uit Los Angeles vaak een donker, luguberder randje. Binnen het jaar na hun gelijknamige debuut waren The Doors de koningen van LA en Elektra, en waren ze dankzij Morisson’s literaire teksten en het feit dat ze hierin vaak gecensureerd werden, bijzonder populair bij de counter-culture beweging.

De stamhoofden van de Hippie’s trokken in het voorjaar van 1968 alweer door naar India, voor thee en meditatie. Geen enkele aardse kracht kon hen nog beperken in hun creativiteit, en het resultaat was verbluffend: niets leek hen nog te kunnen stoppen! Niets, behalve hun ego’s, zo bleek een jaar later. Een koude filmstudio of een Yoko Ono ten spijt, de breuk kende zijn echte oorzaak in de kilometers brede kloof die was ontstaan tussen nummers als ‘I Want You (She’s So Heavy)’ en ‘Maxwell’s Silver Hammer’. Het magistrale Abbey Road had daarom per definitie nooit een opvolger kunnen hebben.

Mochten The Beatles tóch de jaren ’70 hebben overleefd, dan was er ongetwijfeld een snuifje Santana in hun muziek gekropen, zoals bij elke andere rockgroep in de jaren ’70, inclusief de Rolling Stones. Als muzikant die zich zelf ook graag liet inspireren door alles wat op zijn weg kwam, zou Carlos Santana zich ongetwijfeld geen groter compliment kunnen voorstellen.

Eindigen doen we vandaag in 1973, tijdens de hoogdagen van de progressive rock. Het Genesis van Peter Gabriel zag door de Amerikaanse massacultuurbomen het Oude Engelse bos niet meer, en ging op zoek met een (soms iets te zware) rugzak vol symfonieën. Waard, schenk me nog een pils, op de gezondheid van een voormalig Lijstaanvoerder.