ALBUM 50 (8.0) – 18 // Pink Floyd – The Dark Side of the Moon (1973)

’12’13’14’15’16’17’18’19
2028411221121218

Uiteraard keek ik weer uit naar mijn dagelijks treinritje. Welk album zou vandaag aan bod komen en hoe zou het gedurende het afgelopen jaar bewaard zijn gebleven? Ik ademde nog eens goed wat verse Ring-lucht in, en begaf me naar het zebrapad. Daar stond hij. Het was rood, en dat zinde hem duidelijk niet. De regels ter plekke aan zijn laars lappen deed hij niet, hij deed iets veel erger, zeg maar gerust het ergste wat er is. Hij wachtte een minuut, tot er een anarchist kwam voorbij gewandeld, die hij dan toch maar slaafs volgde met zijn rolkoffertje. Uiteraard na ons, de wachtenden, nog even verongelijkt te hebben aangekeken, alsof zijn meningloosheid ten aanzien van ons gelegitimeerd diende te worden.
Op het perron kwam ik hem terug tegen, met dank aan een nauwkeurig getimede vertraging. Hij was aan het bellen, naar het zich liet uitschijnen met een soortgenoot, iets over een zakendeal, een vlucht naar Stockholm en het feit dat de spoorwegen dat allemaal voor hem aan het verknallen waren. Na het gesprek stond hij er maar hulpeloos bij, alsof hij zich leek af te vragen waar de afgelopen twintig jaar waren gebleven, terwijl hij naar de oplopende vertraging staarde. Toch maar terug bellen, naar het zich liet uitschijnen met zijn echtgenote. Binnen drie minuten ontaardde het gesprek in een ruzie; de man was boos, net zoals zijn partij altijd boos was. De vertraging tikte er nog een kwartier bij, maar dat was voor mij en mijn boemelalternatief niet meer relevant. Ik las in het gratis treinkrantje iets over euthanasie voor mensen met een dementie, en zag de gek wordende man op het perron steeds kleiner worden.