ALBUM 50 (8.0) – 20 // The Twilight Sad – Fourteen Autumns & Fifteen Winters (2007)

’12’13’14’15’16’17’18’19
2220

De avond begon alwéér te vallen, en de regen bleef onophoudelijk neerstorten, net zoals de vorige 9 dagen. De golven kletsten nog steeds huizenhoog tegen de kliffen op, en het besef dat dit al duizenden jaren aan de gang moet zijn, deed me verwonderen dat er überhaupt nog kliffen stonden. Ik kon me de smaak van een pina collada niet eens meer voor de geest halen. Daar zou deze afgelegen kroeg niets aan kunnen veranderen, maar het zou er tenminste warm zijn.
Er bleek een bandje te spelen, en de wall of sound die het voortbracht, zorgde ervoor dat niemand met elkaar kon praten, wat ik allerminst erg vond. Een opgestoken hand naar de waard volstond voor het bestellen van een whisky, die naar verbrand hout smaakte en bij de eerste slok een geul door mijn slokdarm trok. Toen mijn bril niet langer beslagen was, zag ik dat niemand in de kroeg een gezicht had. De band trok echter mijn aandacht: de zanger zong met een ontzettend dik Schots accent, en werd omringd door een shoegazende gitarist en een dodelijk efficiënte ritmesectie, elke slag was raak. Het monster van Loch Ness was ondertussen makkelijker te spotten dan ooit: het zat aan de toog, droeg een smerige rok en had twee tanden. De band speelde door, en alhoewel ik niet meteen kon ontcijferen waar de nummers precies over gingen, was het duidelijk dat het geen zoete liefdesliedjes waren. Ik bestelde nog een whisky, maar de waard schreeuwde in mijn oor dat zowel zijn whisky als mijn aantal woorden al lang op waren.