’12 | ’13 | ’14 | ’15 | ’16 | ’17 | ’18 | ’19 |
– | – | – | 39 | 43 | 28 | 21 | 26 |
Buffalo Springfield werd genoemd naar een stoomwals, en dit album bereidt dan ook de weg voor zowat alles dat in de jaren ’70 aan de Westcoast zou ontstaan. De aftrap wordt verricht door Neil Young, die met zijn ‘Mr. Soul’ de Rolling Stones-klassieker ‘Satisfaction’ nieuw, Californisch, leven inblaast. Vervolgens maakt de variatie je al snel duidelijk dat het hier gewoon de onversneden voorloper van Déjà-Vu betreft, met andere begeleiders van de haat/liefde-combo Young-Stills. Niet in de laatste plaats Richie Furay natuurlijk, die met ‘A Child’s Claim to Fame’ een Eagles-nummer avant la lettre aflevert. Stills pakt in ‘Bluebird’ uit met een eerste kleine suite, en zijn ster schittert maximaal op ‘Rock ’n Roll Woman’, waar ook David Crosby (uiteraard) plots weer opduikt om die typische Californische samenzang te verzekeren. ‘Expecting to Fly’ is dan weer een solo-project van Young, gearrangeerd door Jack Nitzsche van de ‘Wrecking Crew’, die op zowat elk Westcoast-album wel ergens een noot meespelen. Stills zou later met Chris Hillman (die met Crosby in de Byrds speelde, met latere Eagle Bernie Leadon in de Flying Burrito Brothers speelde, en met Gram Parsons in beide speelde) Manassas oprichten, en Furay richt na Buffalo Springfield Poco op (met de latere Eagles Randy Meissner en Timothy B. Schmit). U concludeert zelf: Buffalo Springfield Again bood in 1967 een kroniek van alles wat in Californië gebeurde, gebeurt en zou gaan gebeuren.